Fanny och Alexander
Alles staat open, alles is mogelijk.
Lange tijd heb ik getwijfeld welke versie ik zou gaan kijken van het zogenaamde 'meesterwerk' van Ingmar Bergman. De korte versie (die maar liefst drie uur duurt) is een stuk makkelijker om aan te komen, maar ik wist niet of ik Bergman daar recht mee zou doen. De lange speelduur weerhield me gek genoeg niet, ik had het volste vertrouwen erin dat Bergman me wel zou weten te overtuigen, of op z'n minst wist te onderhouden. Uiteindelijk toch maar voor de 'korte' versie gekozen, en daar heb ik achteraf gezien toch wel een beetje spijt van. Onderhoudend is het zeker, en het is een mooi portret van de familie, maar ik had ook echt het gevoel dat ik een verkorte versie aan het bekijken was. Dus mijn kritiek op de film zou ongegrond kunnen zijn, maar hierbij mijn beleving van de bioscoopversie van Ingmar Bergman´s Fanny & Alexander.
Fanny & Alexander vertelt het verhaal van de welgestelde familie Ekdahl gedurende een paar jaar rond de eeuwenwisseling. Bergman schetst een eerlijk portret over de nauw verbonden familie (velen werkzaam in een hecht theatergezelschap). De film blinkt uit in sfeer, door de prachtige kleurrijke (en later juist kale) fotografie van Nykvist. De vele personages zijn allen overtuigend met ieder hun eigen bijdrage, en vormen zo samen een compleet plaatje van een familie, die misschien bij lange na niet perfect is, maar – ondanks protocollen – toch veel warmte uitdraagt naar elkaar. Dit in schril contrast met de familie van de pastoor en stiefvader van Fanny en Alexander, na het overlijden van hun vader Oscar. Zijn personage is zeer goed vertolkt en briljant in beeld gebracht door vaak de nadruk te leggen op zijn strenge handen, waarmee hij ‘liefdevol’ Alexander een klopje geeft. Terwijl waarheid en gerechtigheid het leven bij de pastoor kenmerken, heerst bij de familie Ekdahl acceptatie. Zonder pretentieus te lijken biedt deze familiegeschiedenis ook veel grond voor ideeën over het leven (een rollenspel) en is er ruimte voor mystiek en mysterie (ik ben nog steeds niet uit of ik dat als iets positiefs heb ervaren). Het onafgeronde einde rondt alles prachtig af, waar ze rust lijken te hebben met hoe alles verloopt en zal verlopen.
Hoewel de familie zeker aan mij ging groeien, en elk personage en scène mij wel konden bekoren, ging het mij allemaal veels te snel. Drie uur lijkt een lange tijd maar ik heb het geen seconde gevoeld, ik miste juist heel veel. Zo worden de vele familieleden beperkt tot één of twee scènes. Zeker het verhaal van de pastoor was mij te oppervlakkig. De pastoor is een erg sterk personage, maar de relatie met Emilie (van liefde naar haat) ontbrak bij mij, de voortdurende strijd tussen hem en Alexander, de nuances van zijn strengheid. Hierdoor leken sommige scènes ook te snel te komen, en gingen de gebeurtenissen niet onder mijn huid kruipen.. Iedereen had nog zo veel meer te zeggen, en de tijdspanne was ver te zoeken. Het gevoel van dat het van gebeurtenis naar gebeurtenis springt was voor mij het grootste struikelblok, en weerhield mij ervan om een compleet plaatje te krijgen van het leven van de familie. Aan de andere kant is dit ook in zekere zin een compliment, dat er drie uur voorbijgaan zonder enige moeite; in tegenstelling tot vele andere films van Bergman heerst er hier een aangename en warme sfeer, en is het een hele fijne zit. Mijn andere kritiekpunt is dat Fanny nauwelijks een rol speelt. De broer-zus relatie is zeer mager uitgewerkt door het feit dat zij nauwelijks ter sprake komt. Op het sterfbed van vader Oscar mag zij iets zeggen tegen Alexander, en in de confrontatie tussen Alexander en de pastoor mag zij hem in één woord ondersteunen. De relatie tussen de twee, of iets van een eigen identiteit, mist zij volledig en dat is erg spijtig.
Dat dit als Bergman’s meesterwerk wordt gezien is erg begrijpelijk, want zowel thematisch als beeldend lijkt het een compleet plaatje te zijn van Bergman's oeuvre: leven, dood, schijn, geloof(crisis), verbeeldingskracht, familie, warmte, soberheid, etc. Het is misschien makkelijk om zomaar met wat termen te gaan strooien, maar Bergman weet door een eerlijk portret van een familie tegelijkertijd persoonlijke als grootse dingen te vertellen. Door zich te beperken tot de ‘kleine wereld’ van één familie is er juist plaats voor grote thema’s. Het mocht van mij alleen een stuk langer, zodat alles wat meer haar plaats kreeg en de (groei van) personages beter eruit zou komen. De kritiekpunten zijn voor mij toch wat te groot om het ook zijn meesterwerk te noemen, al zou dat anders kunnen zijn bij de volledige versie. Dat het kerstfeest dan nog uitgebreider wordt gefilmd lijkt me juist iets positiefs, want juist door willekeurige scènes in het leven van de ooms en tantes typeren hen het beste. De joligheid, de slippertjes, de zorgen, de ruzies, de gezelligheid. Hoogtepunten waren voor mij de beginspeech van Oscar, en de eindspeech van Gustav, die het gezelschap precies in het hart wisten te treffen met hun woorden. Van alle personages ging de grootmoeder voor mij het meest leven. De ouderdom, de verschillende rollen die ze heeft moeten spelen, de herinneringen, de warmte, en tegelijkertijd ook wel dat ouderwetse. Het mooiste shot was dan misschien ook wel het einde van een scène waar ze een foto’s zit te plakken, en dan met een emotievolle blik naar de stapel foto’s kijkt. Na afloop blijft de film op een fijne manier in je geheugen zitten, en dat doet mijn kritiekpunten ook wat vervagen. Bergman levert een grootse prestatie, die misschien niet helemaal tot zijn recht komt in de verkorte versie.
Reacties
Reageer op deze recensie
Je moet inloggen om te kunnen reageren!